Het Oude Buitenbad

In mijn jeugd  was er een buiten zwembad in mijn woonplaats. Hele warme zomers lang ging ik daar naar toe. Elke dag na school of na het eten nog even zwemmen, duiken, afspreken met vriendinnen. In vakanties waren we er hele dagen te vinden. Op een vaste plek zodat je met je vriendinnen samen kon liggen. Kijken naar andere groepjes, kletsen, lachen, slenteren, ijsje halen bij het loket. Hele fijne herinneringen aan.  We lagen meestal bij een grote boom. Met goed zicht alle kanten op. En met schaduw als het te warm werd.

Het buitenbad is al jaren dicht en gesloopt. Een klein peuterbad met zonneweide is er nog en een rij buiten-omkleed-hokjes. Net als vroeger. Als ik aan die omkleed-hokjes denk voel ik het ongeduldige wat ik  in zo’n hokje altijd had. Ik moest altijd snel omkleden van mezelf omdat er iemand op me wachtte of omdat ik allerlei dingen hoorde maar niet zag of gewoon omdat ik zin had in de gezelligheid en spanning.

Nu loop ik daar vaak met Roef. Het is een stukje natuurgebied geworden. Een paar oude bomen staan er nog. Ik mijmer daar en voel mij  rustig worden. Dat gaat vanzelf. Ik vraag me af;  stonden die bomen er toen ook al? Dat moet haast wel. Ze staan in een totaal andere omgeving nu. Niemand heeft  gevraagd aan de bomen of ze het eens zijn met de verandering van hun leefomgeving. En toch, ze blijven staan, trots rechtop, stevig in de grond. Elk jaar ondergaan ze elk seizoen. Ongeacht wie er langs komt lopen of wie er van hen geniet. Komt er niemand; ook goed. De bomen doen hun ding; groeien, bladeren komen en vallen, zonlicht absorberen, etc. Kon de mens maar zo zijn; gewoon doen waar je goed in bent, geen aanmoediging of aandacht nodig. Je redden met de middelen die je hebt. En er dan, daar op die plek het beste van maken en jezelf zijn. Zonder het gevoel van mensen moet je mij zien en erkennen en goedkeuren. Wat zou dat een verademing zijn en een verlichting.

De gedachtes aan die oude bomen geven troost en rust. Ook als mensen er niet meer zijn gaat de natuur door met zijn cyclus. Mijn buurvrouw van schuin tegenover is al 5 jaar dood. Haar huis wacht op nieuwe bewoners.  In haar tuin staat alles weer in bloei, de fruitboompjes, de grote boom naast het huis waar straks weer goudbruine bladeren aan zullen zitten die glinsteren in de zon. De roosjes doen hun best maar worden overwoekerd door te lang gras. Toen zij nog leefde ploeterde ze soms in de tuin als ze tijd had. Liever deed ze andere dingen zoals schilderijen maken, daarin les geven en tijd voor haar 5 kinderen. Zij is weg en de natuur gaat door. Elk jaar opnieuw, elk seizoen. Dat te weten; dat alles wat leeft doorgaat ook ná iemands dood,  is fijn.

2015-05-12 17.08.36

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *